Prunus Burg. van Welderenstraat

Prunus Burg. van Welderenstraat

Over dit project

De laatste groet
In een stille tuin, waar de seizoenen fluisteren en de jaren onmerkbaar vervliegen, stond een prunus van meer dan tachtig jaar oud. Haar stam, diep gegroefd en knoestig, was als een dagboek van de tijd: elke lijn een herinnering, elke knop een verhaal. Ze was meer dan een boom; ze was een levende tijdcapsule, een getuige van generaties.

De Lente van Haar Leven
In haar jeugd schoot ze omhoog, met twijgen die zich verlangend uitstrekten naar de zon. Haar bloesems, zachtroze en fragiel als zijde, brachten nieuw leven in de tuin. Vogels vonden een veilige haven en kinderen dansten onder haar bloemenregen. Iedere lente herhaalde dit wonder zich, maar met de jaren was de bloesem dieper van kleur geworden, alsof de boom haar wijsheid in haar bloemen goot.

De Rijke Zomer
Als de zomerzon haar hoogtepunt bereikte, stond de prunus in al haar glorie. Haar bladeren, groen en glanzend, wiegden in de warme wind. Schatten van de schaduw werden aan haar voeten verspreid, een toevluchtsoord voor wie verkoeling zocht. Haar wortels drongen diep in de aarde, stevig verankerd en onverzettelijk, terwijl haar takken uitnodigend de hemel in reikten.

De Herfst van Reflectie
In de herfst leek de prunus te spreken. Haar bladeren kleurden goud en koper, een levend palet van vuur. Er was een melancholie in haar schoonheid, een zachte herinnering aan de vergankelijkheid van het leven. Elk vallend blad vertelde een verhaal van vervlogen dagen, van zomers die ooit eindeloos leken en van winters die onvermijdelijk kwamen.

De Winter van Stilte
In de winter stond de prunus stil, haar takken naakt tegen de grijze lucht. Maar in die stilte school een innerlijke kracht. Ze droeg de belofte van nieuw leven in zich, verborgen haar slapende knoppen. Ze leerde ons dat zelfs in de ogenschijnlijke dood een diepgaande levendigheid school.

De Wijze Getuige
Deze prunus, met haar meer dan tachtig jaren, was meer dan een boom. Ze was een symbool van doorzettingsvermogen, schoonheid en de cycli van het leven. Haar schaduw had ontelbare verhalen gehoord: fluisterende liedjes, kinderlachjes en misschien zelfs een traan. Wie haar zag, zag niet alleen een boom, maar een levenslange metgezel van de aarde.

En zo stond ze daar, stevig geworteld in de aarde en reikende naar de hemel, een prunus van tachtig jaar jong – een levende ode aan de tijd en aan de kracht van de natuur is niet meer.